• Sportvrienden

    Bij deze wil ik Jeffrey van Vuuren van harte feliciteren met de ‘Steef van Kootenpenning’. Het is welverdiend. Als er iemand is die zich al vele jaren inzet voor de club dan is het Jeffrey wel. Ik heb vele jaren met hem mogen samenwerken bij het maken van De Treffer. Tegelijk feliciteer ik ook alle jubilarissen die afgelopen maandag bij de Jaarvergadering een onderscheiding hebben gekregen vanwege hun jarenlange lidmaatschap bij Spirit. 

    Ik moest tegelijk denken aan het moment ruim 50 jaar geleden dat ik lid mocht worden van een voetbalvereniging, in mijn geval van DCV. Mijn vader gaf me op bij secretaris Arie Braanker aan de Buys Ballotsingel. Je mocht pas na je tiende lid worden als aspirant en werd C-junior op 12-jarige leeftijd. Hoe overzichtelijk was het als we nu kijken naar de vele categorieën in het jeugdvoetbal.  

    De man die een grote rol speelde in mijn jeugdjaren bij DCV was mijnheer Bons. Iedereen uit mijn generatie (ik ben 62 jaar) die gevoetbald heeft in de jeugd bij DCV moet hem kennen. Mijnheer Bons was mijn held. Waarom? Hij was de man die de kaarten uitdeelde waar met pen stond geschreven aan welke wedstrijd je mocht meedoen. Op deze gele kaart stond in welk team je speelde, hoe laat je speelde en bij een uitwedstrijd stond ook vermeld wanneer je vertrok en hoe je reisde. Vrijwel altijd per fiets vanaf het Wilhelminaplein, verzamelen bij de boekwinkel Geleedts.

    Als mijnheer Bons op het DCV-complex arriveerde met zijn statige fiets wist ik niet hoe snel ik naar hem toe liep, want hij had die kaarten in zijn zak. Mijnheer Bons had altijd een bolhoed op. Volgens de overlevering was het geheim van die hoed dat hij een bult op zijn hoofd had die niet geraakt mocht worden. Dat zou slecht voor hem aflopen, zo werd verteld.

    Op die kaart stond ook op welke positie je was opgesteld. Ik was keeper. Mijnheer Bons had op een training gezien dat ik na inspanning een rood hoofd kreeg. Ik was ook nogal lang en dat betekende voor hem dat ik maar beter ‘op doel’ kon gaan staan. Ik ben altijd keeper gebleven. Overigens, de kaart die ik ontving bewaarde ik en tot zaterdag op mijn nachtkastje.  Een heerlijk gevoel dat er een wedstrijd op het programma stond. 

    Ik herinner me nog een uitwedstrijd naar Neptunus. We fietsten vanaf het Wilhelminaplein met ons elftal via de Gordelweg naar Rotterdam. Mijnheer Bons voorop en als ik het goed heb leider Jan de Kwant achter de groep. Het ging allemaal zeer gedisciplineerd. We gingen ook wel eens met de bus en tram door de stad. Op ouders werd nog geen beroep gedaan en auto’s’ waren er nog niet zoveel. Het waren andere tijden.       

    In mijn voetbaltas achter op de fiets zaten voetbalschoenen van het merk Goliath. Wie kent ze nog? En keepershandschoenen? Die waren er nog niet, zeker niet voor kleine keepers.  Je ving ballen met je blote handen. Mijn eerste handschoenen kocht ik wat later in mijn juniorentijd van mijn spaarcenten bij oud-Excelsiortrainer Bob Janse aan de Oostzeedijk. Ik zal nooit vergeten dat ik daar ook Willem van Hanegem ‘in het echt’ zag. Hij maakte daar in de sportzaak van Bob Janse wel eens een praatje. Het maakte op mij een enorme indruk en werd vanaf dat moment een echte held voor mij.    

    Ik besef dat ik nu wel erg afdwaal, maar ik wil het nog even over andere helden hebben. Afgelopen tijd hebben twee prachtige Italiaanse spelers afscheid genomen. Tegelijk de afsluiting van de hoogtijdagen van het Italiaanse voetbal. Allereerst Andrea Pirlo die zijn imposante carrière afsloot en natuurlijk Gianluigi Buffon die afscheid nam van het Italiaanse elftal. Twee sieraden van het voetbal. Om tenslotte toch nog één held te noemen: Foppe de Haan. Daar is onlangs een prachtige biografie van verschenen. Ik kan niet wachten naar de boekhandel te snellen.